Ongecategoriseerd

Enkelstuks voor de prijs van massaproductie?

01 juli 2017

Smart Industry lijkt dé oplossing te zijn om individuele producten te maken tegen de prijs van producten die in massa of serie worden geproduceerd. Het ultieme scenario komt steeds dichterbij: via de bedrijfssoftware, of zelfs thuis vanachter je computer, een productie-opdracht direct doorgeven aan de productieomgeving waarna de productie vervolgens volledig automatisch verloopt. Technisch is het mogelijk, praktisch nog maar moeilijk haalbaar.

Nederland heeft een sterk ontwikkelde technologische infrastructuur en daarmee een sterke basis om in de ontwikkeling van Smart Industry vooraan te komen. Hierdoor kunnen we in Nederland onze concurrentie positie in de markt behouden of mogelijk zelfs uitbouwen. Daarbij moeten we onder andere rekening houden met deze tijd waarin consumenten voorkeur hebben voor de aanschaf van een uniek product en producenten zich hiermee ook graag willen onderscheiden.

Binnen de consumentenmarkt is een beperkt aantal voorbeelden beschikbaar waarbij automatisering daadwerkelijk in de richting van het ultieme scenario gaan. De automotive biedt bijvoorbeeld afnemers de mogelijkheid om te kiezen uit verschillende opties zonder dat dit noemenswaardige invloed heeft op het productieproces. Bij smartphones is dit nog slimmer vormgegeven: hierbij is een standaard massaproduct te personaliseren door de mogelijkheid te bieden uiteenlopende apps te downloaden. Dat deze aanpak heeft gewerkt moge duidelijk zijn.

Standaardisatie

Voor de gemiddelde machine- en installatiebouwer is het echter (nog) niet zomaar mogelijk om een productielijn te realiseren waarmee dit ultieme scenario is te realiseren. Dit heeft in eerste instantie te maken met een gebrek aan standaardisatie: Iedereen die Smart Industry wil doorvoeren heeft te maken met uiteenlopende componenten die met elkaar en de bovenliggende besturing moeten communiceren. Wanneer alle componenten afkomstig zijn van één fabrikant, dan lukt dat meestal wel, mits de besturing erbij past.

In de praktijk zijn de componenten (onder andere sensoren) echter afkomstig van verschillende fabrikanten en werken allemaal met een íets ander communicatieprotocol. Een functioneel ontwerp dat vervolgens plug&play is te realiseren is er dus niet bij. De afdeling engineering zal zijn handen vol hebben aan alle maatregelen die nodig zijn om de communicatie uiteindelijk tóch in de verschillende dimensies tot stand te brengen. Om maar niet te spreken van de mensen die betrokken zijn bij de inbedrijfstelling of in een later stadium bij het onderhoud of storing zoeken.

Waarom?

De reden dat er zoveel protocollen beschikbaar zijn, ligt in ‘het vroeger’ toen fabrikanten vooral uniek moesten zijn om te kunnen scoren op de markt. Ieder die een eigen bussysteem wist te ontwikkelen (en eventueel zelfs te patenteren), dat uitsluitend kon communiceren met zijn eigen producten, had een voorsprong. Afnemers zijn dan immers gedwongen om producten met dit bussysteem te kopen wanneer er iets in de installatie moet worden vervangen of uitgebreid. Dit leidde tot een wildgroei aan bussystemen waar uiteindelijk niemand bij gebaat was.

Samenwerken

In de tijd van Smart Industry, waarin we álles met elkaar willen verbinden, is deze aanpak per definitie onhaalbaar. Geen enkele fabrikant kan álles leveren, los van de vraag of afnemers wel afhankelijk willen zijn van één leverancier. Fabrikanten van nu doen er in deze tijd dus verstandig aan om te werken volgens één van de – tot nu toe vele – standaards die beschikbaar zijn. Nog beter zou het zijn om enkele ‘open’ standaards te ontwikkelen. Samen. In het kader van ‘plug&play en security’.

Gelukkig zien steeds meer bedrijven dat de sleutel ligt in ‘samenwerken’ en dat de tijd gekomen is om informatie met elkaar te delen in plaats van angstvallig op te sluiten in de eigen ‘keuken’. Dit is onder meer terug te zien in de succesvolle Field Labs en initiatieven waarin ‘Future Factories’ worden vormgegeven; veelal wordt hier samengewerkt tussen bedrijven, onderzoeksinstellingen en het onderwijs. Voorzitter van branchevereniging FEDA Rob Hommersen: “Alleen dán kan de potentiële meerwaarde van Smart oplossingen voor de afnemers beschikbaar komen. En ja, dat betekent inderdaad dat fabrikanten zich dan moeten richten op andere USP’s om zich in de markt te kunnen onderscheiden. Denk dan bijvoorbeeld aan functionaliteit, eenvoud van integratie, de waarde van beschikbaar gemaakte informatie, snelheid, prijs enzovoorts.”

Laatst bijgewerkt: 09 mei 2023

Gerelateerde blogs & casestudy's